De effectiviteit van gevangenissen staat al decennia ter discussie. Onderzoek toont aan dat er niet alleen weinig tot geen positieve resultaten te verwachten zijn van detentie maar ook dat detentie zelf tal van negatieve effecten heeft in sociaal, psychologisch en financieel opzicht. Desalniettemin blijft de gedetineerdenratio hoog; datzelfde geldt voor de recidivecijfers.
Initiatieven bedoeld om verbeteringen door te voeren ten aanzien van rehabilitatie en reïntegratie binnen de gevangenismuren kwamen tot voor kort moeilijk tot wasdom. Gevangenissen zijn omvangrijke totale instituties die in de regel groter zijn dan de omvang die nodig is om gedetineerden een productieve detentieperiode te laten ondergaan. Een omvang ook die ver weg staat van een meer persoonlijke benadering. Gevangenissen zijn instituties waarbinnen veiligheid en uniformiteit leidend zijn. Dat betekent dat iedereen die in een gevangenis werkt of verblijft onderworpen is aan regels en managements- en veiligheidseisen die vooral dienstbaar zijn aan de institutie. Dat laat vaak te weinig ruimte om te werken aan gedrag en individuele verandering. In zijn algemeenheid leidt detentie tot gedrag dat is aangepast aan het verblijf binnen de gevangenismuren, afgezonderd van de samenleving. Daarover heeft Reynaldo Adames trouwens een prachtig boek geschreven, getiteld ‘De 18 wetten van de Nederlandse bajes’.
Gevangenissen zijn niet geïntegreerd in de samenleving. Gedetineerden blijven anoniem tijdens hun detentie. Dat versterkt het gevoel ‘van buiten’ dat het uitsluitend om gevaarlijke individuen gaat. Terugkeer en re-integratie worden daardoor weer bemoeilijkt: een vicieuze cirkel. Daar komt nog eens bij dat gevangenissen mensen ongevoelig lijken te maken voor de vraag hoe om te gaan met conflicten en de gevolgen van strafbaar gedrag.
Uit onderzoek en praktijk blijkt een effectieve andere manier van detentie mogelijk. Die is gebaseerd op drie pijlers: kleinschaligheid, differentiatie en nabijheid. Kleinschalige detentievoorzieningen leggen het accent op individuele begeleiding en oriëntatie op en betrokkenheid van de gemeenschap. Kleinschaligheid betekent dat individueel maatwerk mogelijk is. Differentiatie betekent dat detentie ingericht kan worden op basis van individuele behoeften. Nabijheid maakt dat detentievoorzieningen een economische en sociale rol kunnen vervullen in de buurt om zo bij te dragen aan herstel van de schade die is toegebracht aan de samenleving en leden van die samenleving. Herstelgerichte detentie heeft de toekomst.